Onderstaand zie je Italiaanse woorden en zinnen die je gebruikt wanneer je in een restaurant bent.

  In un ristorante In een restaurant
  Entriamo? / Andremo là? Zullen we naar binnen gaan?
  Ci sediamo qui? Zullen we hier gaan zitten?
  Ho sete Ik heb dorst
  Ho fame Ik heb honger
  Prendo … Ik neem …
  Che prendi tu? Wat neem jij?
  Potrebbe darmi una Coca, per favore? Wilt u mij een Coca Cola geven/inschenken?
  Avete … per favore? Heeft u … alstublieft?
  Potrebbe darmi …? Wilt u mij … geven?
  C’è ancora / Ci sono ancora Is/zijn er nog …?
  Non è più / Non ci sono più Die is/zijn er niet meer
  Ha (già) scelto? Heeft u (al) beslist?
  Posso essere di servizio? Kan ik u ergens mee van dienst zijn?
  Vuole qualcos’altro? Wenst u nog iets (anders)?
  Qualcos’altro? Nog iets anders?
  Un’altra birra, per favore Nog een biertje graag
  Dove sono i bagni? Waar zijn de toiletten?